Huisvesting

Mijn buitenvoilere is 5 meter lang en 2 meter breed. Daarin heb ik een muur gemetseld van ongeveer 2.50 meter lang en 30 centimeter hoog en die opgevuld met tuinaarde. Daarin heb ik struikjes gepland, stenen en keien neergelegd waar de gambelkwartels onder en achter kunnen schuilen. Nu heb ik grasparkieten in de voilere, dus de struiken begeven het vrij snel en moet ik weer nieuwe planten. Dit is nu ook weer nodig, maar omdat de gambelkwartelhen aan de leg is en hopelijk weer gaat broeden, wil ik nu nog even wachten met veranderingen in de voilere tot de kuikens uit zijn, dan ga ik me weer helemaal uitleven met struiken en planten. Tja, grasparkieten doen dit nou éénmaal en ik vind het ook niet erg, hebben ze wat te doen.

Het nachthok van de voilere is ongeveer 3 meter lang en 2 meter breed. Groot genoeg voor de gambelkwartels dus. Iets kleiner mag ook wel hoor, maar groter is natuurlijk altijd beter. Ik heb 1 koppel gambels erin zitten. In het wild leven ze buiten het broedseizoen wel met hele zwermen bij elkaar, maar tijdens het broedseizoen gaat dit echter niet. Nou heb ik voor eventueel 1 koppel nog wel een noodhok, maar die voldoet dus niet aan de grootte die ik graag wil hebben, en dus gaan koppels die ik over heb weg. Er moeten in de voilere genoeg zitstokken aanwezig zijn van verschillende dikte's. Hier gaan de gambelkwartels heel graag op zitten, ze zitten namelijk graag hoog.

In mijn voilere hangen dus ook de broedblokken van de grasparkieten waar ze ook erg veel opzitten. Mijn grasparkieten zijn dit gelukkig helemaal gewend, en broeden gewoon verder.

Voor gambelkwartels is ruimte erg belangrijk, maar dus ook de schuilruimte's. Hiervoor zijn 1001 dingen voor te verzinnen. Ook moet je er dus goed stevige zitstokken in maken. Wat ook heel erg belangrijk is, is dat ze droog en tochtvrij zitten. Ik heb in het nachthok van de voilere een apart hok gemaakt van gaas van 3.00 meter lang en 50 cm breed met een dicht dak erop waar je een warmtelamp in kunt hangen. Dit heb ik gedaan voor de eerste dagen als de kuikens uit zijn. Ik laat mijn gambels dus gewoon broeden in de voilere, en ik schrijf op wanneer ze ongeveer uit moeten komen. Dit moet je goed in de gaten houden zelf want ze gaan pas broeden bij het laatste ei. Dus vaak een beetje gokken, want ik kijk niet iedere dag vanwege het storen. Ik hou het nest tijdens de broed en bijna uitkomsttijd goed in de gaten. Als de kuikens uit zijn, laat ik ze nog even bij de hen, daarna vang ik de kuikens met de hen en de haan en zet ze allemaal apart in die kooi met de warmtelamp. De lamp doe ik aan en ik laat ongeveer 4 á 5 dagen de hen en de haan met de kuikens in dat hok. Na een dag of 5 zijn de kuikens al een stuk sterker en laat ik alles weer los lopen in de voilere, maar ik laat het luikje van het verwarmde hok openstaan en de lamp laat ik ook gewoon aan. Overdag's loopt het hele gezin lekker rond in de voilere op zoek naar voedsel en sávonds gaan ze vanzelf weer in dat verwarmde hok met die warmtelamp. Ik laat ook s'nachts dat hok gewoon open. Wel hou ik in de gaten of alle jongen er nog bij lopen. Dus elke dag kuikens tellen. Missen ze er één dan ga ik die zoeken en leg die onder de lamp als deze verkleumd is. Ze komen dan weer snel bij en kruipen vanzelf weer onder hun moeder. Dit gaat heel erg goed tot nog toe.